De zussen Van Gogh
Willem-jan verlinden
Over dit boek
Dit is het unieke levensverhaal van de drie zussen Van Gogh tegen de achtergrond van een roerige periode in de geschiedenis, gebaseerd op de door hen zelf geschreven brieven en andere (familie-) documenten. Het boek bevat een groot aantal brieven en afbeeldingen, waarvan een deel niet eerder in boekvorm te zien was.
Het gezin Van Gogh telde zes kinderen, van wie Vincent en Theo al vroeg een brede waardering genoten. Maar hoe verging het de andere kinderen uit het gezin? In De zussen Van Gogh haalt auteur en kunsthistoricus Willem-Jan Verlinden de drie dochters van de familie Van Gogh uit de schaduw van hun broers en schetst, vaak in hun eigen woorden, een fascinerend beeld van de (jonge) dames en de turbulente ontwikkelingen tijdens de tweede helft van de negentiende eeuw en het fin de siÚcle.
Het verhaal van Anna, Lies en Wil is nooit eerder verteld. Ze groeiden op in een tijd dat er voor het eerst lange afstanden met de trein konden worden afgelegd, âimpressionistâ nog een spotnaam was, de vrouwenbeweging net in de kinderschoenen stond en dromers van allerlei politieke gezindten op de barricades stonden om de revolutie af te kondigen. Willem-Jan Verlinden brengt de aspiraties en dromen van de zussen, maar ook hun teleurstellingen en verdriet prachtig in beeld. De zussen Van Gogh geeft op basis van hun onderlinge, niet eerder bestudeerde correspondentie een unieke inkijk in de bewogen levens van de zussen. (Ambo|Anthos Uitgevers)
Amsterdam FM Radio 1 juni, interview Willem-Jan Verlinden
Synopsis
Het gaat om een protestant domineesgezin in de overwegend katholieke provincie Noord-Brabant gedurende de tweede helft van de negentiende eeuw. Zij wonen achtereenvolgens in Zundert, Helvoirt, Etten, Nuenen en Breda, maar uiteindelijk verlaat de familie de katholieke dorpen in het zuiden en waaiert uit naar andere delen van Nederland en zelfs daarbuiten. Dit alles in een tijd waarin er op maatschappelijk, economisch en artistiek vlak veel verandert. Op deze manier geeft het boek ook een indruk van de veranderende rol van vrouwen in de negentiende en begin twintigste eeuw, van de modernisering en industrialisatie die toen aan de gang was, het veranderde onderwijs, het feminisme en het fin de siĂšcle. Ook kunst en literatuur zijn belangrijk, voor alle kinderen Van Gogh, maar met name voor Vincent en Willemien. De dood van de oudste broer en diens snel groeiende faam, die zich uit in artikelen, tentoonstellingen en de stijging van de waardering voor zijn werk, vormen ook een belangrijke factor in de levens van de zussen.
Vooral krijgen we in dit boek echter een goed beeld van de persoonlijke levens van de drie zussen. De oudste, Anna, was als jonge vrouw gouvernante in Engeland, trouwde goed en was zorgzaam, huishoudelijk en vroom – maar uiteindelijk was zij ook de reden dat Vincent na een onderling conflict uit Nederland vertrok en nooit meer terugkwam. Zij ging met haar echtgenoot in Leiderdorp, Leiden, Dieren en Rhenen wonen en ligt daar ook begraven.
De tweede zus, Lies, ging naar kostschool in Leeuwarden, Tiel en Dordrecht voordat zij ging werken in Soesterberg. Zij kreeg een bastaarddochter in het Franse Normandië, ondervond zware omstandigheden in haar huwelijk en met de geestesgesteldheid van haar man. Zij had literaire aspiraties en eigende zich haar beroemde broer in latere jaren steeds meer toe. De laatste jaren van haar leven moest zij veel schilderijen van Vincent verkopen om in haar levensonderhoud te voorzien en zwierf zij van kosthuis naar pension in Soest en Baarn, waar zij ook begraven ligt.
Willemien, de derde zus, was lang zoekende en korte tijd gouvernante, verpleegster en godsdienstlerares in achtereenvolgens Weesp, Haarlem, Leiden, Nijmegen en Den Haag. Later werd ze actief in de eerste feministische golf in Den Haag, en in Parijs bezocht ze met middelste broer Theo het atelier van Edgar Degas. Willemien onderhield trouwe vriendschappen met haar vriendinnen, zoals schoonzus Jo Bonger, hartsvriendin Margaretha Meijboom of Line Kruysse. Zij zou uiteindelijk de tweede helft van haar leven doorbrengen in een inrichting in Ermelo, waar zij ook stierf en begraven ligt. Haar verblijf aldaar werd door de andere zussen voor een deel bekostigd uit de verkoop van Vincents schilderijen, wiens werk tijdens hun levens snel in waarde steeg, mede dankzij de inzet van schoonzus Jo Bonger.
Noten
Inleiding
p. 14: âDe brief isâŠopmerken en waarderenâ: brief van Dorus van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 11 augustus 1875.
p. 15: âVincent vond zijnâŠhen zelfs verafschuwtâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 2 juni 1885.
Hoofdstuk 1: Ongestoord huwelijksgeluk
p. 19: âDe handgeschreven geschiedenis vanâŠop generatie doorgegevenâ:  Beek, N.A. van, Het geslacht Carbentus. Uitgegeven in eigen beheer, Den Haag 2011, pp. 5, 10 en 15. Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 33.
pp. 19-20: âDe familie CarbentusâŠwat hem mankeerdeâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, pp. 31-34. Beek, N.A. van, Het geslacht Carbentus. Uitgegeven in eigen beheer, Den Haag 2011, pp. 29-30.
p. 20: âIn de Carbentus-kroniekâŠvan 11 dagenâ: Beek, N.A. van, Het geslacht Carbentus. Uitgegeven in eigen beheer, Den Haag 2011, pp. 24-25. Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 34. Carbentus-kroniek, p. 12.
p. 20: âDeze opeenvolging vanâŠvan haar kinderenâ: zie brief van Anna van Gogh-Carbentus aan Theo van Gogh, 29 december 1888, na het overlijden van Vincent (zie hiervoor p. 190 van dit boek). Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 34.
pp. 20-21: âMet haar jongereâŠbloemstukjes en plantenâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 35. Beek, N.A. van, Het geslacht Carbentus. Uitgegeven in eigen beheer, Den Haag 2011, p. 31.
p. 21: âAquarelleren is vooralâŠplantentafels en etagĂšresâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 35.
p. 21: âVoor Anna isâŠkans is kleinâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 36.
pp. 21-22: âRond 1850 isâŠook voor Annaâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, p. 25.
p. 22: âZij leert, netâŠte maken hebbenâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 34.
pp. 22-24: âNiet alleen deâŠterug naar Bredaâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 7-19.
pp. 24-25: âDorus van GoghâŠhet zuiden verhuizenâ: Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, pp. 77-78. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 45-46.
p. 25: âNa zijn afstuderenâŠaanstelling niet vergemakkelijktâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, pp. 83-85. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 45.
pp. 25-26: âWat Dorusâ positieâŠindividueel niveau helpenâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 10-11. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 45.
p. 26: âDaarnaast wil menâŠindividueel niveau helpenâ: Hamoen, G. en J. van Dijk, Maatschappij van welstand: 175 jaar steun aan kleine protestantse gemeenten. Bekking Amersfoort 1997, pp. 33-34.
pp. 26-27: âDorusâ situatie verandertâŠongetrouwde broers introkkenâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 11-14. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 45-46 en pp. 107-108.
p. 27: âAnna Carbentus enâŠhem ondersteunt eveneensâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, pp. 36-37. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 46.
pp. 27-30: âAnna treedt opâŠop de schoorsteenmantelâ: in: Anna Cornelia van Gogh-Carbentus, dagboekaantekeningen (manuscript), Zundert, 20 maart 1852, collectie Vincent van GoghHuis, Zundert. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 47 en p. 109. Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, pp. 36-37.
pp. 28-29: âOpmerkelijk is datâŠstrik en handschoenenâ: Poppel, F. van, Trouwen in Nederland. Een historisch-demografische studie van de 19e en vroeg-20e eeuw. Wageningen 1992.
p. 30: âDorus komt weliswaarâŠgelukkige keuzes blijkenâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 39 en p. 41.
pp. 30-31: âJaren later zalâŠeen ongestoord huwelijksgelukâ: Du Quesne-van Gogh, E.H., Vincent van Gogh. Persoonlijke herinneringen aangaande een kunstenaar. J.F. van de Ven, Baarn 1910, pp. 35-37.
Hoofdstuk 2: Het land van verlangen
p. 32: âAnna lijkt betrekkelijkâŠaan te sterkenâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 109.
p. 35: âDorus verwijst laterâŠzaaien en oogstenâ: schrijft Vincent in een brief aan Theo, Amsterdam, 27 augustus 1877. Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, pp. 59-60.
p. 36: âIn Zundert zijnâŠIndiĂ« heeft meegenomenâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 18-19.
p. 36: âOp een vanâŠmand te zienâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 35.
pp. 36-37: âHet gezin knooptâŠZundert heeft gewoondâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 39-40.
p. 39: âDie worden veelalâŠgroot deel protestantenâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 46-47.
p. 40: âZoals zoveel Nederlands-hervormdeâŠschilderkunst en poĂ«zieâ: Druick, D.W. en P. Kort Zegers, Van Gogh en Gauguin. Het atelier van het zuiden. Waanders Uitgevers, Zwolle 2002, pp. 11-12.
p. 44: âNa Annemie SchuilâŠnieuwe standplaats Helvoirtâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, p. 102.
p. 45: âTijdens mijn ziekteâŠop het kerkhofâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, p. 140.
p. 45: âLies beschrijft inâŠzijn eerste tekeningenâ: Du Quesne-van Gogh, E.H., Vincent van Gogh. Persoonlijke herinneringen aangaande een kunstenaar. J.F. van de Ven, Baarn 1910, pp. 15-17.
p. 15: âVincent vond zijnâŠhen zelfs verafschuwtâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 2 juni 1885.
Hoofdstuk 3: Jonge Juffrouwen
p. 46: âIn 1870 wordtâŠRoyaards uit Oisterwijkâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 117-120. Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, p. 8. Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, pp. 79-82.
p. 47: âDaarnaast dient vooralâŠaangevat te wordenâ: Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, p. 12.
p. 48: âOp 10 juliâŠde hervormde diaconieâ: Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, p. 2. Brief van Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 10 juli 1874.
p. 48: âDaar woont jonkheerâŠvrouw en kinderenâ: Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, p. 10 en De Noo, H. en W. Slingerland, Helvoirt, De Protestantse Gemeente en de Oude Sint Nikolaaskerk, Protestantse Gemeente Helvoirt-Haaren 2007, p. 43.
p. 49: âLater zal eenâŠvan het dorpâ: Wuisman, P.J.M. âMariĂ«nhofâ te Helvoirt, in: De Kleine Meijerij, 23 (1972) nummer 1, p. 4.
p. 49: âHij is vanuit⊠gemeenteleden te brengenâ: Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 117-120. Hamoen, G. en J. van Dijk, Maatschappij van welstand: 175 jaar steun aan kleine protestantse gemeenten. Bekking Amersfoort 1997, pp. 35-38.
p. 50: âDe oude kerk⊠een geschikte pleisterplaatsâ: Helvertse schetsen: geĂŻllustreerde beschrijvingen van historische en monumentale gebouwen. Helvoirt 1985, pp. 4,5.
p. 51: âEen ingrijpend besluitâŠhet jaar 1872.â Helvertse schetsen: geĂŻllustreerde beschrijvingen van historische en monumentale gebouwen, Helvoirt 1985, p. 8. Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, p. 11-13 en Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, p. 80.
p. 52: âPa vindt de kostschool âverbazend duurââ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 64-65. Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 126-127 en Dorus van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 18 november 1874.
p. 54: âLater lijkt zeâŠen haar opleidingâ: Anna van Gogh aan Theo van Gogh, Leeuwarden, 24 februari 1874.
p. 55: âVan het eersteâŠze werkelijk wasâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh, Leeuwarden, 20 januari 1874.
pp. 55-56: âOp 24 februariâŠis very necessaryâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 66. Brief Dorus van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 11 mei 1873.
p. 56: âIn april 1874âŠhuis in Helvoirtâ: brief van Anne van Gogh aan Theo van Gogh, Leeuwarden, 24 februari 1874.
p. 57: âMijnheer en Mevrouw Van HogendorpâŠte kunnen hervattenâ: ongedateerde brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh. Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, p. 119.
p. 57: âTheo is inâŠniet meer gevenâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, 20 juni 1873.
pp. 57-58: âHoewel ze zichâŠAnna en Theoâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Leeuwarden, 30 augustus 1874.
p. 58: âZe hoeft nogâŠis het zomervakantieâ: brief Lies van Gogh aan Theo van Gogh, 11 april 1875.
p. 58: âVanuit Leeuwarden wordenâŠFrans aan Theoâ: brief Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Leeuwarden, 11 april 1875.
p. 58: âIn een briefâŠdaarvan hebben genoten?â: brief Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Tiel, 26 september 1875.
p. 59: âHet onderhouden vanâŠmisschien met Vincentâ: brief Lies van Gogh aan Theo van Gogh, 11 april 1875.
p. 59: âWanneer Pa enâŠbijeen te brengenâ: brief Moe van Gogh aan Theo van Gogh, 9 april 1875.
p. 59: âOok de drieâŠvan zijn zonenâ: Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, p. 9.
p. 59: âIn 1874 overlijdtâŠ11 augustus 1874â: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 66-67 en p. 110.
p. 60: âHij ziet erâŠik ben moeâ: brief Theodorus en Wil van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 29 april 1875.
p. 60: âMietje, die deâŠop de pastorie.â: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 67, 111 en 115.
p. 60: âAntje, Doortje enâŠhun neef Vincentâ: Hoffman, W., âDe tantes: wederwaardigheden van een paar âvan Goghjesââ, in: Noord-Brabant: tweemaandelijks magazine voor de provincie, maart/april 1987, pp. 61-64.
p. 61: âIn veel brievenâŠen de natuurâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, c. 1 mei 1873.
p. 61: âOok bij WilâŠal helemaal groenâ: brief van Wil van Gogh aan Theo van Gogh, ongedateerd, eind april 1874.
p. 61: âEen paar dagenâŠis pas gesnedenâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, ongedateerd, 1874.
p. 61: âDe liefde vanâŠen leven geeftâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Isleworth, 26 augustus 1876.
Hoofdstuk 4: Huizen vol klimop
p. 63: Beers, J. van, De Bestedeling ‘De Avondstond’. 1858, p. 99. Brief van Vincent van Gogh aan Caroline en Willem van Stockum-Haanebeek, Londen, 2 juli 1873.
pp. 63-64: âTheo woont sindsâŠveel genoegen doenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 12 mei 1873.
p. 64: âIn zijn LondenseâŠof een prentâ: Groenhart, K. en W.-J. Verlinden, Hoe ik van Londen houd. Wandelen door het Londen van Vincent van Gogh. Athenaeum-Polak & Van Gennep, Amsterdam 2013, pp. 59-60.
pp. 64-65: âVincent, inmiddels alâŠelkaar maar halfâ: brief van Vincent van Gogh aan Carolien en Willem van Stockum-Haanebeek, Londen, 3 maart 1874.
pp. 65-66: âOp 14 juli nemenâŠstoombootdiensten in Rotterdamâ: Oosterwijk, B., âVincent van Gogh en Rotterdamâ. In: Rotterdams Jaarboekje (1994), pp. 329-389.
pp. 65-66: âIn 1871 wordtâŠvan Nederland reizenâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 23 en 64.
p. 66: âIn juli 1874âŠniet bewaard geblevenâ:  Vincent van Gogh aan Betsy Tersteeg, Helvoirt, 2 juli 1874 en G. Bruin, Van Gogh en de Schetsboekjes voor Betsy Tersteeg, afstudeerscriptie Universiteit Lieden 2014, p. 28.
p. 67: âOp 4 augustusâŠgoed zal uitkomenâ: brief van Theodorus van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 4 augustus 1874.
p. 67: âHoewel Anna enâŠmen zich voorsteltâ: brief van Moe van Gogh aan Theo van Gogh, 15 augustus 1874.
p. 68: âHet bevalt AnnaâŠmooier dan âs zomersâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh, Londen, 30 juli 1874.
p. 68: âIn een briefâŠen prachtig isâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh, Welwyn, 28 april 1875.
p. 68: âHoewel Anna metâŠmij hier omringtâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh, Welwyn, 28 april 1875.
pp. 69-70: âAnna schrijft datâŠbij elkaar blijvenâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh, Welwyn, 28 april 1875. Brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, 8 april 1877.
p. 70: âPa schrijft aanâŠWillemien in Welwynâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 11 augustus 1875.
p. 71: âZe schrijft aanâŠzijn bij haarâ: brief van Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 17 februari 1876.
p. 71: âNa het vertrekâŠKerstmis hier blijvenâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh, Welwyn, Ivy Cottage, 17 juni 1876. Brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Welwyn,  17 juni 1876.
Hoofdstuk 5: Stil in huis
p. 72: âLieve Theo, EenâŠhartelijk liefs Wilâ: brief van Wil van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 11 augustus 1875.
p. 72: âIn juli 1875âŠuit Nuenen afgewezenâ: A. Geertruy, Van Gogh in Etten. Stichting Vincent van Gogh, Etten-Leur 1990, p. 31. Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, p. 12. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 67 en 111.
pp. 72-73: âMoe gaat opâŠdadelijk doet gevoelenâ: brief van Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Helvoirt, 13 maart 1875.
p. 73: âDe zoektocht naarâŠte willen beroepenâ: Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, p. 12; A. van Geertruy, Van Gogh in Etten. Stichting Vincent van Gogh, Etten-Leur 1990, p. 31. Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, pp. 81-82.
p. 73: âDorus maakt zorgvuldigâŠaan te nemenâ: brief van Dorus van Gogh aan Theo van Gogh, 30 juli 1875. Van Gogh in Etten. Stichting Vincent van Gogh, Etten-Leur 1990, p. 31.
p. 73: âMet de hervormdeâŠnaar Haarlem te verhuizenâ: Van Gogh in Etten. Stichting Vincent van Gogh, Etten-Leur 1990, p. 30. Kools, F., Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, pp. 120-121.
p. 74: âOok zal hetâŠvoet bereikbaar isâ: Dirven, R., en K. Wouters, Vincent van Gogh: het mysterie van de Bredase kisten. Verloren vondsten. Bredaâs Museum, Breda 2003; Kools, F., Vincent van Gogh. Als een boer in Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, p. 120.
p. 74: âOok kunnen deâŠlangs kunnen komenâ: brief van Theodorus van Gogh en Moe van Gogh, Helvoirt, 30 juli 1875.
pp. 74-75: âEen van deâŠaan de Bisschopsmolenstraatâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 68.
p. 75: âWat zal WilâŠzo moeilijk valtâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Tiel, 26 september 1875.
p. 75: âOp 26 septemberâŠhaar dikwijls missenâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Tiel, 26 september 1875.
p. 75: âOp zondag 17âŠĂ©Ă©n gemeente vormenâ: Smulders, H., âVan Gogh in Helvoirtâ. In: De Kleine Meijerij, 41 (1990) nummer 1, pp. 12 en 14. Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 67. Cleerdin, V., Het Brabantsche Dorp. Albert de Lange, Amsterdam 1944. Van Gogh in Etten. Stichting Vincent van Gogh, Etten-Leur 1990, p. 31.
p. 76: Op zondag 24âŠgemeente van Ettenâ: Van Gogh in Etten. Stichting Vincent van Gogh, Etten-Leur 1990, pp. 31-33.
p. 77: âMoe schrijft aanâŠerg rijk meeâ: brief van Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 6 maart 1876.
p. 78: âVan deze periodeâŠdinsdag Paâs verjaardagâ: brief van Wil en Anna van Gogh aan Theo van Gogh, 30 januari 1876.
p. 78: âDrie maanden laterâŠhem daar bevaltâ: brief van Wil van Gogh aan Theo van Gogh, Welwyn, april 1876.
p. 79: âEnerzijds is zeâŠde mooie momentenâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010. Brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Tiel, 13 januari 1878.
p. 79: âIn een verslagâŠhoog te houden.â: Rapport gemeentelijke onderwijscommissie Tiel, februari 1872, pp. 5-12.
p. 79: âEen van deâŠGogh in Zundert, Nelemans, R. Van Gogh en Brabant, Scriptium Art Books, Schiedam, 2012 p. 27 noot 24.
p. 79: âOp 23 septemberâŠhalf vergeven is?â: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Tiel, 23 september 1877.
p. 80: âSoms heeft LiesâŠte zijn geweestâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, 7 december 1877.
p. 80: âOndanks leuke momentenâŠEngels en Fransâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 10 mei 1878.
p. 80: âDat weten PaâŠwereld zien doorreizenâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Tiel, 23 september 1878.
pp. 80-81: âTheo zit opâŠwat te verminderenâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Tiel, 23 september 1878.
p. 81: âToch blijkt alâŠik toch nooitâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Dordrecht, 7 december 1878.
p. 81: âIn deze briefâŠzo pas wasâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Dordrecht, 7 december 1878.
p. 83: âZe vroeg VincentâŠde Ettense kerkâ: brief van Anna van Gogh aan Vincent van Gogh, 30 december 1875.
pp. 83-84: âLesgeven valt LiesâŠde kousenstopperij zetâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Dordrecht, 21 februari 1879.
pp. 84-85: âIn de voorzomerâŠte groot voorâ: brief van Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 18 april 1879.
p. 86: âOp 21 februariâŠaan de Amersfoortsestraatweg.â: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 112. Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 25.
Hoofdstuk 6: Herinneringen aan de tuin
p. 87: âBeste Vincent enâŠwordt jullie toegewenstâ: brief van Wil van Gogh aan Vincent en Theo van Gogh, Welwyn, 19 december 1875.
p. 90: âEr komt echterâŠonderwijzer te wordenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theodorus en Moe van Gogh, Ramsgate, 17 april 1876. Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 111.
p. 90: âIn zijn eersteâŠhoeft te werkenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theodorus en Moe van Gogh, Ramsgate, 17 april 1876.
p. 90: âEene jonge dameâŠWelwyn (Herts) (England)â: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Ramsgate, 21 april 1876.
p. 91: âToch lijkt hetâŠaan haar oudersâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Ramsgate, 6 mei 1876.
p. 91: âAls ze inâŠis de boodschapâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh,  Ivy Cottage, Welwyn, 12 oktober  1876.
p. 91: âZie ik benâŠvoleinding der wereldâ: brief van Vincent van Gogh aan Dorus en Moe van Gogh-Carbentus, Ramsgate, 17 april 1876. Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Ramsgate, 7 oktober 1876.
p. 92: âOp 21 meiâŠcadeau erg ingenomenâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, mei 1876.
p. 92: âVan de oudsteâŠcadeau erg ingenomenâ Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Ramsgate 12 mei 1876. Janssen, H. en W. van Sinderen, De Haagse School. Waanders Uitgevers, Zwolle 1997, pp. 88-93.
p. 92: âUw plan omâŠis dus afgesprokenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Ramsgate, 12 mei 1876.
p. 92: âDe gravure isâŠcadeau erg ingenomenâ: Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Ramsgate, 12 mei 1876, noot 6 en Dorus van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 5 augustus 1878.
p. 92: âHet leven inâŠhet bij latenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Isleworth, 3 oktober 1876. Kools, F. Vincent van Gogh en zijn geboorteplaats. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, p. 121-122.
p. 93: âTheo is nogâŠheimwee wordt overvallenâ Vincent van Gogh aan Dorus van Gogh, Isleworth, 17 november 1876.
p. 93: âDe winter isâŠover acht dagenâ: brief van Wil van Gogh aan Theo van Gogh, ca. 17 december 1876.
p. 94: âNu de oudsteâŠliefh. broer Vincentâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh, 12 oktober 1876. Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 31 december 1876.
p. 95: âIn Hengelo ontmoetâŠons lieve kindâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 9 juli 1877.
p. 95: âAlleen Vincent lijktâŠom te zijnâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Amsterdam, 15 juli 1877.
p. 96: âOok Vincent isâŠvoor alle kwaadâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 22 juli 1878.
p. 97: âAnna en JoanâŠwaar ze huwenâ: brief van Pa en Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 5 augustus 1878.
p. 97: âVanwege zijn afwezigheidâŠontbreekt alweer nietsâ: brief van Pa en Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 5 augustus 1878.
pp. 97-98: âPa en moeâŠvan de kalkbranderijâ: brief van Pa en Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 5 augustus 1878.
p. 98: âBoven de deurâŠcatechisatie wordt gebruiktâ: brief van Pa en Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 5 augustus 1878.
p. 98: âZowel Anna alsâŠtrouwdag te kiezenâ: brief van Joan van Houten aan Theo van Gogh, Etten, 14 augustus 1878.
pp. 98-99: âNet als deâŠte gaan voerenâ: brief van Joan van Houten aan Theo van Gogh, Etten, 14 augustus 1878.
p. 99: âEen deel vanâŠvan de pastorieâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 15 augustus 1878.
p. 100: âDorus is tevreden⊔deftig en liefâ uitâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 24 augustus 1878.
p. 100: âMoe is bangâŠde Brabantse korenveldenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, 27 juli 1877.
p. 101: âVincent heeft intussenâŠde tekening Tuinhoekâ: Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, pp. 196, 197; Tilborgh, L. van, âLetter from Willemien van Goghâ. In: Van Gogh Bulletin 3 (1992).
pp. 103-104: âJaren later schrijftâŠherinnering aan thuisâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, 12 november 1888.
pp. 104-105: âHerinneringen aan deâŠdan in werkelijkheidâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, 12 november 1888.
Hoofdstuk 7: Groot en heilig in zijn laatste rust
p. 106: âOp 2 aprilâŠzomer kan verhuizenâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 70. Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, p. 84.
p. 106: âMaar in NuenenâŠen later Vincentâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 70.
p. 107: âHij is inâŠzoek naar werkâ: Beek, N.A. van, De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 113.
p. 107: âEen belangrijk voordeelâŠgeld zal kostenâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 19 juli 1884.
pp. 107-108: âDorus vindt eenâŠhopen op zegenâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 19 juli 1884.
p. 108: âOp maandag 21âŠschoolgeld te besprekenâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 19 juli 1884.
p. 108: âNet als bijâŠin haar Aantekeeningenâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 70.
pp. 108-109: âDe verhuizing naarâŠhet straatbeeld verdwijntâ: Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, pp. 102-127.
pp. 109-110: âVaker staan erâŠvan de dagâ: Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, pp. 102-127.
p. 110: âWillemien begint inâŠin Brabant bezoektâ: Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Amsterdam maandag 28 mei 1877, noot 10; Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, locatie onbekend, na 10 september 1889.
pp. 110-111: âLater zal blijkenâŠvan onze vorderingenâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, Den Haag, 6 maart 1887.
p. 111: âIn deze jarenâŠer niet isâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 72-75.
p. 112: âWil is echterâŠze niet zelfâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 9 december 1883.
p. 112: âIn januari 1884âŠrichten als ziekenkamerâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 74-75.
p. 112: âBijna alle zorgâŠte doen heeftâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, 2 maart 1884.
pp. 112-113: âTante Mietje werptâŠzich beter voeltâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 74-75.
p. 113: âVanwege het feitâŠzich bewegen kanâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 74-76.
p. 113: âHet is prettigâŠvol, schrijft hijâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 30 december 1884.
p. 113: âWil moet rustâŠdoet haar goedâ: brief van Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 21 januari 1885.
p. 113: âIn de zomervakantieâŠde andere familieledenâ: brief van Anna van Gogh aan Theo van Gogh, zomer 1884.
p. 114: âPa schrijft aanâŠte gaan zienâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, 19 juli 1884.
p. 115: âVincent maakt eenâŠ3 februari 1884â: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 3 februari 1884.
p. 115: âDe Nuenense wintersâŠweer verlaten heeftâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 30 december 1884.
p. 115: âDe jongens studerenâŠwerkgever, zullen opvoerenâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 30 december 1884.
p. 115: âVoor Anna enâŠNuenen te komenâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 30 december 1884.
p. 117: âIn februari 1885âŠwat gelukkig levenâ: brief van Pa van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 19 februari 1885.
p. 118: âVincent heeft inâŠeigenlijk gewoon doorzettenâ: brief van Moe van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, september 1885.
p. 118: âIk was metâŠzo liefhebbende Wilâ: brief van Moe en Wil van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 25 maart 1885.
p. 119: âVolkomen onverwacht zalâŠdrieĂ«nzestig jaren oudâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 76.
p. 119: âWil heeft maandenâŠbehoed zult blijvenâ: brief van Wil van Gogh aan Line Kruysse, Breda, 16 augustus 1885.
p. 119: âLies schrijft inâŠeenmaal te zienâ: Du Quesne-van Gogh, E.H., Vincent van Gogh. Persoonlijke herinneringen aangaande een kunstenaar. J.F. van de Ven, Baarn 1910, 95 en E.H. Du Quesne â Van Gogh, Vincent van Gogh, Herinneringen aan haar Broeder, J.F. van de Ven, Baarn, 1923, pp. 53-54.
pp. 119-120: âAnna en VincentâŠer voortdurend overâ: Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 6 april 1885.
p. 120: âIn de briefâŠwillen meegeven rustâ: brief van Wil van Gogh aan Line Kruysse, Breda, 26 augustus 1886.
p. 120: âZe schrijft danâŠWrede, Wereld genaamdâ: Du Quesne â Van Gogh, E.H., Vincent van Gogh, Herinneringen aan haar Broeder, J.F. van de Ven, Baarn, 1923, pp. 39-40.
p. 121: âVanwege het conflictâŠkost te nemenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 6 april 1885.
p. 121: âVincent blijft hetâŠteruggenomen tegenover mijâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 6 april 1885.
p. 121: âBijna veertig jaarâŠzoveel geleden hebbenâ: Anna van Gogh aan Lies van Gogh,  waarschijnlijk in 1923. Zie ook: Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 6 april 1885, noot 9.
p. 122: âEen daarvan isâŠgewaardeerd per objectâ: Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, pp. 86-89.
p. 123: âVincent verlaat NuenenâŠdagjesmensen te verkopenâ: Druick, D.W. en P. Kort Zegers, Van Gogh en Gauguin. Het Atelier van het Zuiden. Waanders Uitgevers, Zwolle 2002, p. 40.
p. 123: âZijn bezittingen uitâŠnieuwe dominee aantredenâ:  Van Beek, N.A.,  De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 79.
p. 123: âIn die tijdâŠterugreis waard isâ: Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Antwerpen, 29 januari 1886. Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Antwerpen, 4 februari 1886.
Hoofdstuk 8
p. 125: âZeker spreekt mijnâŠmij erop betrapteâ: brief van Lies van Gogh aan Jo van Gogh Bonger, Soesterberg, 17 november 1885.
p. 127: âOm te beginnenâŠik het nietâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 21 oktober 1885.
pp. 127-128: âHoe ik eruitzieâŠbehoefde te papillottenâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 6 november 1885.
p. 128: âIk ben jeâŠaf heeft afgezworenâ: brief van Jo Bonger aan Lies van Gogh, 15 november 1885.
p. 128: âHet eerste watâŠmij gevonden heeftâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, Soesterberg, 17 november 1885.
pp. 128-129: âIk voor mijâŠhebben doen kennenâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 6 november 1885.
p. 129: âOp mijn dertiendeâŠmijn vriendin sprakâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 17 november 1885.
pp. 129-130: âIk was toenâŠwezen ontmoet hebâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 17 november 1885.
p. 130: âIets oorspronkelijks schrijvenâŠmeer van wetenâ: brief van Jo Bonger aan Lies van Gogh, 13 oktober 1885.
p. 131: âMijn boeken voldoenâŠaangrijpenders dan Gretchenâ: brief van Jo Bonger aan Lies van Gogh, 1 november 1885.
p. 131: âNu moet ikâŠen hol, bahâ: brief van Jo Bonger aan Lies van Gogh, 1 november 1885.
p. 131: âStel je eensâŠmij erom uitlachenâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 17 november 1885.
pp. 131-132: âIk moet jeâŠhet vertalen gaanâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 21 oktober 1885.
pp. 132-133: âMaar, als ikâŠgedachten mee wisselenâ: brief van Theo van Gogh aan Lies van Gogh,  13 oktober 1885.
p. 133: âHoe benijd ikâŠnaar meer smaakteâ: brief van Jo Bonger aan Lies van Gogh, 1 november 1885.
p. 133: âWat vond ikâŠstad iets overweldigendsâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 10 januari 1886.
p. 133-134: âIk kan meâŠheen â heerlijke tijdâ: brief van Jo Bonger aan Lies van Gogh, 19 januari 1886.
p. 134: âât Was welâŠzal spoedig beginnenâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 21 januari 1886.
p. 134: âIk ga teâŠje hoor sprekenâ: brief van Jo Bonger aan Lies van Gogh, 21 februari 1886.
p. 135: âHoud je ookâŠuitdrukken als jijâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 21 januari 1886.
p. 135: âIk geloof datâŠbreken van medelijdenâ: brief van Jo Bonger aan Lies van Gogh, 21 februari 1886.
pp. 135-136: âOm nu nogâŠniets van horenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, eind oktober 1887.
p. 136: âMensen die nietsâŠdan ik benâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, eind oktober 1887.
p. 137: âIn zijn brievenâŠGodâ bij Multatuliâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, 13 oktober 1885.
p. 137: âO God daar is geen Godâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, 23 december 1881. Brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, 16 mei 1882.
p. 138: âZijn andere, misschienâŠ1870 plotseling sterftâ: Groenhart, K. en W.-J. Verlinden, Hoe ik van Londen houd. Athenaeum-Polak & Van Gennip, 2013, pp. 34-36.
p. 138: âjuist omdat hetâŠvoor haar kinderenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, tussen 28 april en 2 mei 1889.
p. 138: âzo verrukkelijk mooiâŠze ook mooiâ: brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh, Middelharnis, 19 oktober 1888.
pp. 138-139: âZo bijvoorbeeld ikâŠte kunnen bezorgenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Parijs eind oktober 1887.
p. 140: âNu heb ikâŠbibliotheekplanken met boekenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh,  Arles op of omstreeks 12 november 1888.
Hoofdstuk 9: Alles zo verschrikkelijk in de war
p. 141: âDe volgende domineeâŠvan Dorus bevestigdâ: Van Overbruggen, P. en J. Thielemans, Van Domineeshuis tot van Goghhuis 1764-2014. Protestantse Gemeente Nuenen 2014, p. 95.
p. 141: âMoe, op bezoekâŠbekend terrein isâ: Dirven, R. en K. Wouters, Verloren vondsten, het mysterie van de Bredase kisten. Bredaâs Museum 2003, p. 12.
p. 142: âBreda is inâŠmaart 1886 naartoeâ: Dirven, R. en K. Wouters, Verloren vondsten, het mysterie van de Bredase kisten. Bredaâs Museum 2003, pp. 14-15.
p. 142: âNog geen tweeâŠRueb in Bredaâ: Dirven, R. en K. Wouters, Verloren vondsten, het mysterie van de Bredase kisten. Bredaâs Museum 2003, p. 15. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 83.
p. 142: âAls zij maarâŠopgesloten moet levenâ: brief van Theo van Gogh aan Lies van Gogh, 28 december 1885.
p. 142: âVoor Cor duurtâŠte gaan werkenâ: Dirven, R. en K. Wouters, Verloren vondsten, het mysterie van de Bredase kisten. Bredaâs Museum 2003, p. 16.
p. 142: âCent legt inâŠhuis gebonden isâ: Dirven, R. en K. Wouters, Verloren vondsten, het mysterie van de Bredase kisten. Bredaâs Museum 2003, p. 12. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 110. Uitert, E. van, Van Gogh in Brabant. Schilderijen en tekeningen uit Etten en Nuenen. Waanders Uitgevers, Zwolle 1987, p. 76.
p. 143: âBij de verhuizingâŠ1886 op reis’: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 22 en p. 29.
p. 144: âHet is hierâŠin de weiâ: brief van Lies van Gogh aan Moe en Wil van Gogh, 8 juli 1886.
pp. 144-145: âJe belangstellende vraagâŠniet door gedeerdâ: brief van Lies van Gogh aan Wil van Gogh, 30 juli 1886.
p. 145: âLies is ookâŠVan Gogh-kenner Benno Stokvisâ: Stokvis, B., Lijden zonder klagen. Het tragische levenslot van Hubertina van Gogh. Bosch & Keuning N.V. Baarn 1969, pp. 5-11.
pp. 145-146: âPas in 1929âŠvan het Huisâ: Du Quesne-van Gogh, E.H., Proza. J.F. van de Ven, Baarn 1929. Gedicht âIeder huis heeft zijn geheimâ. Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 50.
p. 146: â…op 3 augustusâŠzij meerderjarig isâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 29-30.
p. 146: âOp 7 augustusâŠterug naar Soesterbergâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 29.
p. 147: âIn 1887 verhuist Cor naar Amsterdamâ:Â De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 86.
p. 147: âen Wil isâŠin Den Haagâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 1887.
pp. 147-148: âIk ben zoâŠin het jaarâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 28 april 1887.
p. 148: âIk zond jeâŠHoe vreemdâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, nĂĄ 28 april 1887.
p. 148: âIn september 1887âŠbloemen te bestaanâ: Willemien van Gogh, in: De Hollandsche Lelie, Weekblad voor Jonge Dames, september 1887.
p. 149: âJe brief heeftâŠzoveel prettiger vondâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 22 april 1887.
p. 149: âTerwijl ze vanâŠen een tuinâ: Dirven, R. en K. Wouters, Verloren vondsten, het mysterie van de Bredase kisten. Bredaâs Museum 2003, pp. 16-17.
p. 149: âHet is ergâŠna te houdenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, tussen 16 en 20 juni 1888.
pp. 150-151: âZeg eens, vanâŠals ik wilâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, tussen 16 en 20 juni 1888.
p. 152: âUiteindelijk wordt oomâŠnageslacht nogmaals uitgeslotenâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 89-90. Dirven, R. en K. Wouters, Verloren vondsten, het mysterie van de Bredase kisten. Bredaâs Museum 2003, p. 12.
p. 152: âZeg Wil, ikâŠgeneest ons beidenâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 1 oktober 1889.
p. 153: âZoals je zietâŠtoch lieve kinderenâ: brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh, Middelharnis, 19 oktober 1889.
p. 153: âDe Cor naarâŠsteeds gezamenlijke vakantiesâ: komt al voor in poĂ«ziealbum Willemien, als schrijfster van een vers.
p. 154: âIn een briefâŠwel zo gezelligâ: brief van Willemien van Gogh aan Jo Bonger, Breda, 10 februari 1889.
Hoofdstuk 10: Ik kan me jou maar niet in Parijs voorstellen
p. 155: ââBeste Zusjes,â zoâŠvoorheen nooit warenâ: brief van Theo van Gogh aan Lies en Wil van Gogh, 24 januari 1889.
pp. 155-156: âHet gaat omâŠwoning kunnen betrekkenâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 93. Brief van Willemien van Gogh aan Jo Bonger, Breda, 2 oktober 1889.
p. 156: âOp de avondâŠhuwelijk met Joâ: brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh, Breda, 16 maart 1889.
p. 156: âTheo vraagt eerstâŠmisery, all miseryâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 21 januari 1886.
p. 156: âIn 1886 vindtâŠnaar Paris gaatâ: Stolwijk, C. en R. Thomson, Theo van Gogh, 1857-1891. Kunsthandelaar, verzamelaar en broer van Vincent, Van Gogh Museum Amsterdam. Waanders Uitgevers, Zwolle 1999, p. 43.
p. 156: âHij heeft zichâŠnaar Paris gaatâ: Jo Bonger in haar dagboek van 25 juli 1887.
p. 156: âMaar een hernieuwdeâŠte gaan trouwenâ: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 91.
p. 156: âVincent laat inâŠdiens aanstaande huwelijkâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Arles, 2 januari 1889.
p. 157: âHij lijkt hierâŠde beterende handâ: Felix Rey, arts, in brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Arles, 2 januari 1889.
p. 157: âIn de briefâŠgoede voorbeeld geeftâ: brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh, Breda, 16 maart 1889.
pp. 157-158: âMijn lieve besteâŠgeen âhokâ hoorâ: brief van Jo Bonger aan Lies en Wil van Gogh, Parijs, 26 april 1889.
p. 158: âmooie bloeiende perzikbomenâŠroos van Vincentâ: brief van Jo Bonger aan Lies en Wil van Gogh, Parijs, 26 april 1889.
p. 158: âzusjes lief, ikâŠeen hartelijke zoenâ: brief van Jo Bonger aan Lies en Wil van Gogh, Parijs, 26 april 1889.
p. 158: âAl voor zijnâŠdiens werk isâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, pp. 598-602. Stolwijk, C. en R. Thomson, Theo van Gogh, 1857-1891. Kunsthandelaar, verzamelaar en broer van Vincent, Van Gogh Museum Amsterdam. Waanders Uitgevers, Zwolle 1999, pp. 39-40.
pp. 158-159: âDie schreef daaropâŠaf te leidenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, 21 september 1888.
p. 159: â[Ik] moet jeâŠgeloof me, altijdâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 1888, exacte datum onbekend.
p. 159: â[âŠ] dat is tochâŠerg kalm leventjeâ: brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh, Middelharnis (najaar 1888).
p. 159: âOp 14 septemberâŠmee zou nemenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, 14 september 1888. Brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, 30 maart 1888.
p. 160: âZijn huisgenoten warenâŠintrek bij Theoâ: brief van Theo van Gogh aan Vincent van Gogh, Parijs, 27 oktober 1888.
pp. 160-161: âDie arme jongenâŠdat niet kunnen?â: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 19 oktober 1888.
p. 161: âNu ruim ikâŠeen heerlijk gevoelâ: brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh en Jo Bonger, Middelharnis, 13 september 1889.
pp. 161-162: âWil ziet nietâŠvan de Brabandersâ: brief van Wil van Gogh aan Jo Bonger, Breda, 2 oktober 1889. Dirven, R. en K. Wouters, Verloren vondsten, het mysterie van de Bredase kisten. Bredaâs Museum 2003, pp. 21-22.
p. 162: âDe verhuisstoet vertrektâŠNoord-Brabant vertrokkenâ: vermeld in brief van Vincent van Gogh aan Anna van Gogh-Carbentus, Saint-RĂ©my-de-Provence, 19 september 1889.
p. 162: âWe bewonen eenâŠplantsoen zelf aanâ: brief van Anna van Gogh-Carbentus aan Theo van Gogh en Jo Bonger, Leiden, tussen 26 en 29 november 1889.
p. 162: âDoor de industrialisatieâŠsamenhang en hechtheidâ: In: Vroom, U., Stoomwasserij en kalkbranderij. Buitenmuseum Zuiderzeemuseum, Unieboek Bussum, 1983, pp. 24-30.
p. 163: âEen paar wekenâŠtrein naar Parijsâ: brief van Theo van Gogh aan Wil van Gogh voor 2 januari 1890. Brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh en Jo Bonger, Leiden 1890.
p. 163: âJo heeft alâŠvan de babyâ: brief van Jo Bonger aan Vincent van Gogh, Parijs, 5 juli 1889.
p. 164: âOp 4 januariâŠhet plukken zijnâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, 4 januari 1890.
pp. 164-165: âIn een briefâŠmet hoge pijnbomenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, 3 januari 1890.
p. 165: Theo trekt regelmatigâŠFontaine 21 bevindtâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, 19 februari 1890.
p. 165: âDegas staat teâŠin bronzen sculpturenâ: Stolwijk, C. en R. Theo van Gogh, 1857-1891. Kunsthandelaar, verzamelaar en broer van Vincent, Van Gogh Museum Amsterdam. Waanders Uitgevers, Zwolle 1999, pp. 107-110.
p. 166: âTheo is echterâŠervaring zijn geweestâ: brief van Theo van Gogh aan Vincent van Gogh, 9 februari 1890.
p. 166: âTheo heeft alâŠeenzelfde soort verzoekâ: Stolwijk, C. en R. Thomson, Theo van Gogh, 1857-1891. Kunsthandelaar, verzamelaar en broer van Vincent, Van Gogh Museum Amsterdam. Waanders Uitgevers, Zwolle 1999, pp. 108-109.
p. 166: âOp vrijdag 31âŠVan Gogh aanâ: De Aantekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 93.
pp. 166-167: âIn april schrijftâŠliever de borstâ: brief van Theo van Gogh aan Moe en Willemien van Gogh, 15 april 1890.
p. 167: âAnna stelt WilâŠwat te hinderenâ: brief van Anna van Gogh aan Willemien van Gogh, ?; Anna van Houten- Van Gogh aan Jo Bonger, Mastbos, Ginneken bij Breda, 1 augustus 1890 en Theo van Gogh aan Anna van Gogh â Carbentus en Willemien van Gogh, Parijs 15 april 1890.
p. 167: â, maar Theo isâŠwel zou gebeurenâ: brief van Theo van Gogh aan Vincent van Gogh, 9 februari 1890.
Hoofdstuk 11: Lieve zuster, lieve Vincent
p. 168: âLieve zuster, WelâŠ1888 vanuit Arlesâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, 16 en 20 juni 1888.
p. 168: âin voortdurende correspondentieâŠzusje Willemienâ isâ: brief van Vincent aan Theo, Arles, oktober 1888.
p. 169: âToe schrijft gijâŠtegen Moeâs verjaardagâ: brief van Vincent aan Theo, 4 september 1877.
p. 169: âMaar soms kanâŠzo eigen isâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 23 september 1877.
p. 169: âMijn eigen lotgevallenâŠde ware liefdeâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, eind oktober 1887.
p. 170: âIk vind henâŠniet willen begrijpenâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 2 juni 1885.
p. 170: âHij is ookâŠDu Quesne heeft verzorgdâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, tussen 28 april en 2 mei 1889. Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, 2 juli 1889.
pp. 170-171: â, ook in haarâŠover âde Zonnebloemââ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 27 september 1887.
p. 171: âIk begrijp nuâŠgeen autoriteit, hoorâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 14 november 1888.
p. 171: âIk zal jeâŠuit te stappenâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh in een ongedateerde brief.
p. 171: âDenk nooit datâŠaangetrokken in Ettenâ: brief van Margretha Meijboom aan Willemien van Gogh, september 1889.
p. 171: âGezellig dat hetâŠmet het levenâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, niet volledig gedateerd, 1888.
pp. 171-172: âOp 14 novemberâŠeen rots verdrogenâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 14 november 1887.
p. 172: âVincent is echterâŠmoet er uitâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Parijs, eind oktober 1887. Brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 14 november 1887.
pp. 172-173: âVincent op 31âŠter harte nemenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, 31 juli 1888.
p. 173: âHij doet maarâŠtabak per dagâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, tussen 28 april en 2 mei 1889.
p. 173: âNog wat laterâŠepileptische aard zijnâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, op of ongeveer 21 oktober 1889.
p. 173: âIn een andereâŠeen rustiger omgevingâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, 20 januari 1890.
p. 174: âIn de langeâŠruimte en luchtâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, tussen 16 en 20 juni 1888.
p. 174: âOom Cor heeftâŠvindt het afschuwelijkâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, 31 juli 1888.
pp. 174-175: âIk ben nuâŠblinkt van satisfactieâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, 31 juli 1888.
p. 175: âTwee weken naâŠU die meebrengenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, 30 maart 1888.
p. 175: âIk stuurde UâŠtwee verschillende versiesâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, tussen 16 en 20 juni 1888.
pp. 175-176: âLieve zuster, ikâŠmooi weer toewensendâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Arles, 21 of 22 augustus 1888.
p. 177: âOver Anna enâŠLies te bekommerenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, 19 februari 1890.
p. 177: âWil en MoeâŠlang zou durenâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, 16 juni 1889.
p. 177: âRuim een maandâŠtoi un jourâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Auvers-sur-Oise, 13 juni 1890.
Hoofdstuk 12: O moeder hij was zozeer mijn eigen broeder
p. 178: âWil werkt hierâŠ1890 als âproefzusterââ: noot 2 bij brief van Vincent van Gogh aan Anna van Gogh-Carbentus, Auvers-sur-Oise, 5 juni 1890.
p. 178: âOp 5 juniâŠde tout celaâ: brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Auvers-sur-Oise, 5 juni 1890. Brief van Vincent van Gogh aan Anna van Gogh-Carbentus, Auvers-sur-Oise, 5 juni 1890.
p. 178: âIn een briefâŠaankijken en â vertrouwenâ: brief van Vincent van Gogh aan Anna van Gogh-Carbentus en Willemien van Gogh, Auvers-sur-Oise, tussen 10 en 14 juli 1890.
pp. 179-180: âDe gemeenschap werdâŠPapengracht 13, erbijâ: Th.H. Lunsingh Scheurleer et al., Het Rapenburg. Geschiedenis van een Leidse gracht. Vol. 4a: âLeeuwenhorstâ. Leiden 1989, pp. 147-148. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, rijksmonumentnummers: 25535, 25536 en 515079.
p. 180: âZe schrijft inâŠnaar te vindenâ: brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh, Leiden, juni 1890.
p. 180: âdaar is natuurlijkâŠuit zou houdenâ: brief van Willemien van Gogh aan Jo Bonger, Leiden, 26 juni 1890.
p. 180: âOp 17 septemberâŠgodsdienstonderwijzeres in Utrechtâ: De Aantekeningen van tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 93.
p. 181: âDaar krijgt zeâŠhun religieuze overtuigingâ: Op de Bres, 200 jaar Haagsch Genootschap tot verdediging van de christelijke godsdienst (1785-1985). Boekencentrum Den Haag 1985, p. 64.
p. 182: âEmilie is voorâŠbijna kwaad doetâ: brief van Willemien van Gogh aan Jo Bonger, Leiden 1893.
p. 182: âVind een gestichtâŠjuiste verpleging krijgenâ: brief van Margaretha Meijboom aan Willemien van Gogh, 20 maart 1889.
p. 183: âTer ere vanâŠbetere tijden aanâ: brief van Vincent van Gogh aan Anna Van Gogh-Carbentus, Saint-RĂ©my-de-Provence, 19 februari 1890. Brief van Vincent van Gogh aan Willemien van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, 19 februari 1890. Brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Saint-RĂ©my-de-Provence, op of omstreeks 17 maart 1890.
p. 183: âDe omgeving isâŠeen aangename dagâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh en Jo Bonger, Auvers-sur-Oise, 10 juni 1890.
p. 183: âTheo schrijft aanâŠdagen behoorlijk uitgeputâ: brief van Theo van Gogh aan Vincent van Gogh, Parijs, 30 juni â 1 juli 1890.
pp. 183-184: âEr is weinigâŠnodig zijn geweestâ: brief van Jo Bonger aan Vincent van Gogh, Parijs, 6 juli 1890.
pp. 184-185: âTheo schrijft erâŠstrijden en lijdenâ: brief van Anna van Gogh-Carbentus aan Theo van Gogh, Leiden, 31 juli 1890. Brief van Theo van Gogh aan Joan van Houten, Auvers-sur-Oise, 29 of 30 juli 1890. De Aantekeningen van tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 94.
p. 185: âJoan van HoutenâŠJo zoveel aansterktâ: brief van Joan van Houten aan Theo van Gogh, Leiden, 31 juli 1890.
pp. 185-186: âLater die dagâŠzo liefh. Moeâ: brief van Anna van Gogh-Carbentus aan Theo van Gogh, Leiden, 31 juli 1890.
p. 186: âIk kan hetâŠuit onze naamâ: brief van Willemien van Gogh aan Theo van Gogh, Leiden, 31 juli 1890.
pp. 186-187: âLieve Jo, WatâŠje liefhebbende Annaâ: brief van Anna van Houten van Gogh aan Jo Bonger, Ginneken (bij Breda), 1 augustus 1890.
pp. 187-188: âBeste Theo enâŠallen is gewordenâ: brief van Lies van Gogh aan Theo van Gogh en Jo Bonger, Leiden, 2 augustus 1890.
pp. 188-189: âTheo antwoordt LiesâŠniet vergeten wordenâ: brief van Theo van Gogh aan Lies van Gogh, Parijs, 5 augustus 1890.
p. 190: âOch Theo, hoeâŠGod het geeftâ: brief van Anna van Gogh-Carbentus aan Theo van Gogh, 29 december 1888.
p. 190: âO moeder hijâŠmijn eigen broederâ: brief van Theo van Gogh aan Anna van Gogh-Carbentus, Parijs, 1 augustus 1890.
p. 190: âDe laatste omschrijftâŠin Johannesburg bezighoudenâ: brief van Cor van Gogh aan Theo van Gogh en Jo Bonger, Johannesburg, 8 oktober 1890. Heugten, S. van en F. Pabst, A great artist is dead. Letters of Condolence on Vincent van Goghâs death. Waanders Zwolle, pp. 76-77.
p. 191: âhet gedetailleerd ooggetuigenverslagâŠvan Vincents reputatieâ: Gustave-Albert Aurier, âLes IsolĂ©s: Vincent van Goghâ. In: eerste nummer van Le Mercure de France (januari 1890), pp 24-29.
pp. 191-193: âBernard schrijft watâŠuit aan hemâ: verslag Emile Bernard en rouwbrievenboek.
pp. 192-193: âTussen alle brievenâŠuit aan hemâ: uit: Van Heugten, S en F. Pabst, Letters of Condolence on Vincent van Goghâs death, A great artist is dead, Rijksmuseum Vincent van Gogh Amsterdam â Waanders Publishers Zwolle 1992.
pp. 193-194: âDoor de geboorteâŠSoestbergen te Utrechtâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, pp. 976-979. Stolwijk, C. en R. Thomson, Theo van Gogh, 1857-1891. Kunsthandelaar, verzamelaar en broer van Vincent, Van Gogh Museum Amsterdam. Waanders Uitgevers, Zwolle 1999, pp. 56-57. De Aantekeningen van tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 94.
p. 194: âWanneer jaren laterâŠgrafstenen te plantenâ: Naifeh, S. en G. White Smith, Vincent van Gogh, De Biografie. Bert Bakker, Amsterdam 2011, p. 981. Stolwijk, C. en R. Thomson, Theo van Gogh, 1857-1891. Kunsthandelaar, verzamelaar en broer van Vincent, Van Gogh Museum Amsterdam. Waanders Uitgevers, Zwolle 1999, p. 189.
p. 194: âDe relatie dieâŠals getuige optredenâ: De Aantekeningen van tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, pp. 95-96. Mijn oma Elisabeth Hubertina Van Gogh, (1859-1936), pp. 31 en 33. Huwelijksakte J.P. Du Quesne van Bruchem en E.H. van Gogh, Leiden, 2 december 1891, Erfgoed Leiden en Omstreken.
p. 195: âEind negentiende eeuwâŠmuseum van Leidenâ: Wintgens, D. en A. de Jongh-Vermeulen, Dageraad van de Moderne Kunst. Leiden en omgeving 1890-1940. Waanders Uitgevers Zwolle. Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden 1999, p. 13.
p. 195: âHet jaar 1890âŠhaar witte jurkâ: Wintgens, D. en A. de Jongh-Vermeulen, Dageraad van de Moderne Kunst. Leiden en omgeving 1890-1940. Waanders Uitgevers Zwolle. Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden 1999, pp. 13-14 en pp. 19-23. Vogelaar, C., Floris Verster, Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden 2002, pp. 23-28.
pp. 195-196: âJo is naâŠhet dorp woondeâ: Wintgens, D. en A. de Jongh-Vermeulen, Dageraad van de Moderne Kunst. Leiden en omgeving 1890-1940. Waanders Uitgevers Zwolle. Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden 1999, pp. 24, 30-31, 60, 95-99; Kools, F. Vincent van Gogh. Als een boer van Zundert. De Walburg Pers, Zutphen 1990, p. 38.
p. 196: âJo komt geregeldâŠtentoonstelling te wijdenâ: Verster, C.W.H., Vincent van Gogh. In: Leidsch Dagblad, 26 april 1893. Wintgens, D. en A. de Jongh-Vermeulen, Dageraad van de Moderne Kunst. Leiden en omgeving 1890-1940. Waanders Uitgevers Zwolle. Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden 1999, pp. 97-99.
p. 197: âHet is bekendâŠnaar huis terugâ: Johan van Gogh 2016.
p. 197: âEmilie Knappert organiseertâŠhun ontwikkeling ondersteuntâ: D. en A. de Jongh-Vermeulen, Dageraad van de Moderne Kunst. Leiden en omgeving 1890-1940. Waanders Uitgevers Zwolle. Stedelijk Museum De Lakenhal, Leiden 1999, p. 99.
Hoofdstuk 13: Het gif der onzedelijkheid
p. 198: âNadat Wil deâŠook godsdienst onderwijstâ: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, pp. 41 en 288, noot 111.
pp. 198-199: âIn Den HaagâŠvan de vrouwenbewegingâ: Duyvendak, L. Het Haags Damesleesmuseum 1894-1994. Vereniging Het Damesleesmuseum Den Haag, 1994, pp. 31 en 33; toelichting mw. L. Duyvendak 2014.
p. 201: âIn haar woonplaatsâŠVrouwenarbeid in Den Haag,â: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, p. 41.
p. 202: âWils Leidse vriendinâŠover vrouwenvakopleidingen voorâ: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, p. 254.
p. 202: âKnappert noemt zichzelfâŠhet algemeen belangâ: M.L. Bomhoff-van Rhijn, âLeidse jaren van Emilie C. Knappertâ. In: Leids Jaarboekje 176, pp. 142-150.
p. 204: â: wanneer een jongeâŠhet eenvoudigste wezenâ: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, pp. 10 en 46.
p. 204: âTwee andere vriendinnenâŠen goed georganiseerdâ: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, p. 41. Hofsink, G. en N. Overkamp, Grafstenen krijgen een gezicht. Stichting Begraafplaatsen Ermelo-Veldwijk, Ermelo 2011, p. 59.
pp. 204-205: âHet doel vanâŠte winnen isâ: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, pp. 58-59.
p. 205: âHij is gehuwdâŠvan vrouwen symboliserenâ: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, pp. 54 en 271. Wezel, G. van, Jan Toorop zang der tijden. Gemeentemuseum Den Haag. WBOOKS Zwolle 2016, p. 126, afbeelding 214.
p. 205: âDe tentoonstelling duurtâŠtwintigste eeuw bestaanâ: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, pp. 274-275.
pp. 205-206: âBij de slotceremonieâŠvoor hun inzetâ: Grever, M. en B, Waaldijk, Feministische Openbaarheid. De nationale tentoonstelling van Vrouwenarbeid in 1898. Stichting Beheer IISG/IIAV, Amsterdam 1998, p. 273.
Hoofdstuk 14: Wat grote gebeurtenissen toch!
p. 207: âCor is inâŠal hun huisraadâ: Schoeman, C., The Unknown Van Gogh. The Life of Cornelis van Gogh from the Netherlands to South Africa. Zebra Press, Cape Town (S.A.) 2015, pp. 69 en 122-123.
pp. 207-208: âOf het vanwegeâŠ12 april 1900â: Schoeman, C., The Unknown Van Gogh. The Life of Cornelis van Gogh from the Netherlands to South Africa. Zebra Press, Cape Town (S.A.) 2015, pp. 119-120.
p. 208: âEen jaar laterâŠniet langer lijdtâ: brief van Willemien van Gogh aan Jo Bonger, 22 april 1901.
p. 208: âEen paar dagenâŠnaar Amsterdam gaanâ: brief van Anna van Gogh-Carbentus aan Jo Bonger op of om 25 april 1901.
pp. 208-209: âOch Jo GijâŠstrijd gesneuveld isâ: brief van Anna van Gogh Carbentus aan Jo Bonger, 19 december 1901.
p. 209: âDe locatie dieâŠze inderdaad Denemarkenâ: brief van Anna van Gogh-Carbentus aan Jo van Gogh Bonger, 9 mei 1902.
p. 209: âWil gaat steedsâŠveertig jaar oudâ: dr. Reering Brouwer, Den Haag, 4 december 1902.
p. 209: âLater dat jaarâŠinvloed van hallucinatiesâ: dr. Reering Brouwer, Den Haag, 4 december 1902. Hofsink, G. en N. Overkamp, Grafstenen krijgen een gezicht. Stichting Begraafplaatsen Ermelo-Veldwijk, Ermelo 2011, p. 140.
p. 209: âAl in deâŠminder goed scheenâ: brief van Dorus van Gogh aan Theo van Gogh, Nuenen, 19 juli 1884.
pp. 209-210: â, had Wil opâŠen eenzaam voeldeâ: brief van Willemien van Gogh aan Jo Bonger, Breda, 10 februari 1889.
p. 210: âEn dan datâŠzo blijven zalâ: brief van Willemien van Gogh aan Jo Bonger, Breda, 10 februari 1889.
p. 210: âHet landgoed VeldwijkâŠslechts twintig patiĂ«ntenâ: Hofsink, G. en N. Overkamp, Grafstenen krijgen een gezicht. Stichting Begraafplaatsen Ermelo-Veldwijk, Ermelo 2011, pp. 7-9.
pp. 210-211: Er wordt naarâŠverpleging van âkrankzinnigenââ: Hofsink, G. en N. Overkamp, Grafstenen krijgen een gezicht. Stichting Begraafplaatsen Ermelo-Veldwijk, Ermelo 2011, pp. 7-9.
p. 211: âHet lijkt opâŠopname van Vincentâ: brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Cuesmes, tussen 22 en 24 juni 1880, dezelfde brief, noot 1. Brief van Vincent van Gogh aan Theo van Gogh, Etten, 18 november 1881, dezelfde brief, noot 3.
p. 211: âOp Veldwijk wordenâŠgezin zullen opnemenâ: Hofsink, G. en N. Overkamp, Grafstenen krijgen een gezicht. Stichting Begraafplaatsen Ermelo-Veldwijk, Ermelo 2011, pp. 7-9.
pp. 211-212: âNa haar opnameâŠen hallucinaties optredenâ: Hofsink, G. en N. Overkamp, Grafstenen krijgen een gezicht. Stichting Begraafplaatsen Ermelo-Veldwijk, Ermelo 2011, p. 140. Dr. Reering Brouwer, Den Haag, 4 december 1902.
p. 212: âZij wordt omschrevenâŠfluisterend onverstaanbare woordenâ: Hofsink, G. en N. Overkamp, Grafstenen krijgen een gezicht. Stichting Begraafplaatsen Ermelo-Veldwijk, Ermelo 2011, p. 140. Dr. Reering Brouwer, Den Haag, 4 december 1902.
p. 212: âIn de toestandâŠvan haar omgevingâ: Rapport Veldwijk 1938.
p. 212: âZij zit elkeâŠuit haar omgevingâ: Rapport Veldwijk 1938.
p. 212: âVerleden week kreegâŠhet gevonden hebbenâ: brief van Anna van Houten-Van Gogh aan Jo Bonger, 30 januari 1905.
p. 212: âVan Wil kreegâŠomgeving dezelfde, helaasâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 21 november 1905.
p. 214: âLieve Jo, NuâŠin de luchtâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 7 mei 1907.
p. 214: âHet idee wilâŠze dood isâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 26 juni 1907.
p. 214: âMoeder mis ikâŠze als goudâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 19 mei 1908.
p. 214: âOver haar bezoekenâŠhoop te bezoekenâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 19 mei 1908.
p. 214: âHet is heerlijkâŠslechts voorgeschoten geldâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 1 juni 1908.
pp. 214-215: âAnna schrijft aanâŠvoor mij isâ: brief van Anna van Houten-van Gogh aan Jo Bonger, 22 november 1909.
p. 215: âDe dokter beloofdeâŠwil zij nietâ: brief van Anna van Houten-van Gogh, 22 november 1909.
pp. 215-216: âAnna vermoedt datâŠze nooit onaardigâ: brief van Anna van Houten-van Gogh, 22 november 1909.
p. 216: âLieve Jo! ZojuistâŠzeker niet gezondenâ: brief van Anna van Houten-van Gogh aan Jo Bonger, 25 maart 1910.
p. 216: âLieve zusje, HierbijâŠmen niet toegelatenâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 4 april 1910.
p. 216: âOp 20 novemberâŠkind Theo geboren,â: De Aantekeningen van tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 96.
pp. 216-217: â, zes jaar naâŠveertig jaar oudâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 33.
p. 217: âAanvankelijk had Jean PhilippeâŠde Russische Revolutieâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 33-34.
p. 217: âDe verkoop vanâŠUtrechtse juwelier aangebodenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 37.
pp. 217-218: âOndanks de financiĂ«leâŠmet de huishoudingâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 33-34.
p. 218: Met de psychischeâŠoudste zus gaatâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 37.
p. 218: âHier thuis isâŠhaar te bestellenâ: brief van Mien Du Quesne aan Jeanette Du Quesne, 19 november 1920.
p. 218-219: âNog voor deâŠze Cillaershoek tochâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 37-38.
Hoofdstuk 15: Poëzie klaar als water
p. 221: âIn de jarenâŠDen Haag schrijftâ: Letterkundig Museum Den Haag, ego document Lies van Gogh (op verzoek gemeentearchivaris Den Haag).
pp. 221-222: âIn 1906 verschijntâŠhaar inspiratiebronnen: Gedichtenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 47. Brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, 20 december 1885.
p. 222: âCarl Scharten, criticusâŠtoe te voegenâ: brief van Lies van Gogh aan Jo Bonger, Baarn, 19 mei 1908.
p. 223: âDe oorlogssituatie enâŠvan drieĂ«ndertig jaarâ: brief van Lies van Gogh aan Rik Wouters, maart 1915. Min, E., Rik Wouters, een biografie, pp. 381-382. Hautekeete, S. (e.a.), Rik Wouters, de menselijke figuur. Pandora 1999, pp. 26-28. Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 35-37.
p. 223: âOok met andereâŠinzetten voor vluchtelingenkinderenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 37.
pp. 223-224: âIn 1915 publiceertâŠbehoud van Vlaanderenlandâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 46 en 49. Brief van Lies aan Jo Bonger.
p. 224: âIn latere jarenâŠwijle een stemmingstukjeâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 49-51.
pp. 224-225: âOok leest zeâŠinderdaad een feitâ: Letterkundig Museum Den Haag, ego document Lies van Gogh (op verzoek gemeentearchivaris Den Haag).
p. 225: âHet meeste opzienâŠgeheel vreemd bleefâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 47.
p. 225: âLies schrijft opâŠgebeurtenissen en locatiesâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 47 en 49.
p. 225: âFamilieleden van LiesâŠverhaal van 1932â: Letterkundig Museum Den Haag, ego document Lies van Gogh (op verzoek gemeentearchivaris Den Haag). Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 49.
pp. 225-226: âLies heeft ookâŠde begrafenis beschrijftâ: Du Quesne-van Gogh, E.H., Herinneringen aan zijn broeder. J.F. van de Ven, Baarn 1910, p. 40-41.
p. 226: âDoor de uitgaveâŠgeheimen worden prijsgegevenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 47.
p. 226: âWat eens eenâŠver te zoekenâ: In onderlinge correspondentie vanaf 1885, bijvoorbeeld Lies van Gogh aan Jo Bonger, 10 januari 1886.
pp. 226-227: âIn een briefâŠalle vernietigd zijnâ: brief van Lies van Gogh aan J. Verwiel, Baarn, 26 oktober 1927.
p. 227: âPas jaren laterâŠgoed is gekomenâ: brief VW. Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 49.
p. 229: âEind 1934 gaatâŠtoch wel zwaarâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 56-57.
Hoofdstuk 16: De laatste jaren
p. 230: âAnna en JoanâŠnaar Breestraat 1â: De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 99.
pp. 230-231: âDe reden waaromâŠeen pension begonnenâ: brief van Anna van Houten-van Gogh aan Jo Bonger, Dennenoord bij Breda Ginneken. De Aanteekeningen van Tante Mietje van Gogh. Den Haag 2010, p. 99.
pp. 231-232: âAnna schrijft metâŠweek hier komtâ: brief van Anna van Houten-van Gogh aan Jo Bonger, 15 april 1901.
p. 232: âWaarschijnlijk zit jijâŠweek hier komtâ: brief van Anna van Houten-van Gogh aan Jo Bonger, 15 april 1901.
p. 232: âVolgens dochter AnâŠpost gebracht wordenâ: brief van An van Houten aan Jo Bonger, 4 oktober 1904.
pp. 232-233: âEind van hetâŠgelukkig kunnen makenâ: brief van Anna van Houten-van Gogh aan Jo Bonger, 3 december 1904.
p. 233: âIn november 1905âŠer vijf kinderenâ: brief van Anna van Houten-van Gogh aan Jo Bonger, Leiden, 30 januari 1905.
p. 233: âSaar schrijft opâŠeen lang lijdenâ: brief van Sara van Houten aan Jo Bonger, 24 april 1907.
pp. 233-234: âTegelijk met hetâŠter sprake komenâ: brief van Sara van Houten aan Jo Bonger, 24 april 1907.
p. 234: âHaar zus AnâŠvier kinderen krijgenâ: Anna van Gogh-Carbentus en Anna van Houten-van Gogh, Leiden, 2 september 1906.
p. 234: âJaren later, inâŠkinderen groter wordenâ: brief van An van Houten aan Vincent Willem van Gogh, 24 maart 1926.
p. 234: âOp 26 maartâŠde villa Oldengaardeâ: Calkoen, H.J., âNotities rondom Vincent van Goghâ. In: Weekblad van de Nederlandse Protestantenbond, 1963.
p. 234: âIn Dieren voeltâŠlijkt te gaan. Calkoen, H.J., âNotities rondom Vincent van Goghâ. In: Weekblad van de Nederlandse Protestantenbond, 1963.
pp. 234-235: âEen kennis uitâŠvoorjaarslandschap met knotberkenâ: Calkoen, H.J., âNotities rondom Vincent van Goghâ. In: Weekblad van de Nederlandse Protestantenbond, 1963.
p. 235: âCalkoen vertelt ookâŠvan buiten afâ: Calkoen, H.J., âNotities rondom Vincent van Goghâ. In: Weekblad van de Nederlandse Protestantenbond, 1963.
p. 235: âVolgens Calkoen isâŠdoor Joan toegestuurdâ: Calkoen, H.J., âNotities rondom Vincent van Goghâ. In: Weekblad van de Nederlandse Protestantenbond, 1963.
p. 236: âJarenlang heeft AnnaâsâŠneef Vincent Willemâ: brief van G. Klazes Bijlsma aan Vincent Willem van Gogh, Rustoord, Ellecom, 7 augustus 1941.
p. 236: âVoor Lies breektâŠdie blijken zorgwekkendâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 37-38.
pp. 236-237: âOndanks haar benardeâŠte maken hebbenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 39.
p. 237: âLies keert, nadatâŠlaat niets losâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 39. Brief van Lies van Gogh aan Jeanette Du Quesne, eind januari 1936.
p. 237: âTot ver naâŠgebaar heeft geprofiteerdâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 30.
p. 237: âHet contact tussenâŠhebben gevonden: lesgevenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 30.
p. 238: âHubertine ontwikkelt zichâŠLourdes en omgevingâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 30.
p. 238: âJeanette trekt zichâŠhaar toekomstige kinderenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 39.
p. 238: âAl snel naâŠmet regelmaat effectenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 37-39.
pp. 238-239: âOmdat de villaâŠte blijven levenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 41 en p. 55. Brief van Mien Du Quesne aan Jeanette Du Quesne, 22 december 1930.
p. 239: âIn 1931 betrektâŠeerbied moest hebbenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 41 en pp. 55-56.
pp. 239-240: âGeld blijft voorâŠzijn stiefmoeder overtuigenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 55.
p. 240: âZe schrijft nietâŠVincent ooit evangeliseerdeâ: Du Quesne-van Gogh, E.H., artikel in: De Telegraaf, âKunst en Letterenâ, 17 april 1924.
p. 240: âIn het jaarâŠvan de dorpsharmonieâ: knipselboek Ton de Brouwer, Lies Du Quesne-van Gogh, 40ste sterfdag Vincent van Gogh 1890-1930.
p. 241: âOp 11 juniâŠhet potlood oppakteâ: brief van Lies van Gogh aan Sara van Houten en An van Houten, 11 juni 1933.
p. 242: âBij gelegenheid vanâŠzilvergrijs krullend haarâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 56.
p. 242: âOp 30 novemberâŠvan haar moederâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 57.
p. 242: âDrie dagen laterâŠSparrenheuvel op Veldwijkâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 57-58. âTer aardebestelling mevr. Du Quesne-van Goghâ, Baarnsche Courant, 5 december 1936.
p. 242: âDe nazaten vanâŠde ouderlijke slaapkamerâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 31 en p. 38.
p. 243: âEen jaar nadatâŠmaken kunnen hebbenâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 32.
p. 243: âBijna vijftien jaarâŠHubertine, votre cousineâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 30. Capit L.J., âDe eredoctor en het zwarte schaapâ, In: Weekblad Panorama, 12 maart 1966.
p. 243: âBekend is datâŠterug naar Nederlandâ: Capit L.J., âDe eredoctor en het zwarte schaapâ, In: Weekblad Panorama, 12 maart 1966.
pp. 243-244: âWaar op datâŠfamilie hebben gebrachtâ: Capit L.J., âDe eredoctor en het zwarte schaapâ, In: Weekblad Panorama, 12 maart 1966.
p. 244: âEen groot deelâŠhierdoor niet mogelijkâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 31.
p. 244: âLies heeft, netâŠ, is niet bekendâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), p. 32.
p. 244: âIn de jarenâŠmaar smeuĂŻger opâ: Gimel, R., Le Provencal. 10 februari 1965.
p. 244: âIn Nederland wordtâŠc.q. nicht heeftâ: Capit L.J., âDe eredoctor en het zwarte schaapâ, In: Weekblad Panorama, 12 maart 1966.
p. 245: âDe misvatting vanâŠwas gemakkelijk gemaaktâ: Mijn oma Elisabeth Huberta van Gogh (1859-1936), pp. 56-57. âTer aardebestelling mevr. Du Quesne-van Goghâ, Baarnsche Courant, 5 december 1936.
pp. 245-246: âHet is deâŠbureau voor metalenâ: brief van G. Klazes Bijlsma aan Vincent Willem van Gogh, Rustoord, Ellecom, 7 augustus 1941.